Paracetamol

Paracetamol is de verlosser. Paracetamol kan alles aan. Eigenlijk zou er een Paracetamolheld moeten komen. Paraman. Met zijn superkrachten kan hij alles aan. Paraman weet altijd iedereen te overtuigen. En degene die hij niet met woorden weet te overtuigen, nou, daar heeft Paraman wel andere manieren voor. Paraman is een held en een vijand. Paraman verkoopt zijn paracetamol als smarties. Witte smarties en iedereen lust ze graag.

Maar er is een tegendruk. Een opstand. Het verzet. De mensen van het natuurlijke herstel. Mensen die geen behoefte meer hebben aan Paraman. Mensen die een alternatief hebben gevonden: op bed liggen en beter worden. Het lichaam alles laten doen. Het verzet is klein, erg klein. En zelfs mensen van het verzet, zelfs zij grijpen nog wel eens terug op de pillen van Paraman. Al is het al om zich weer even sterker te voelen. Om de strijd weer aan te kunnen gaan.

Maar er is één man, die alles kan laten stoppen. Één man, die het uiteindelijke oordeel kan geven. Één man, die koste wat kost de waarheid zal brengen. Tot die tijd, zal de strijd doorgaan.

Waar blijft de eerlijke onderzoeker met zijn conclusie?

Regenrust

Ik stond even buiten, in de kou met een kopje koffie. Rust te nemen. Mijn intensieve muisgedrag heeft mijn arm meer gekost dan me lief is. Met daverende snelheid kletterde er druppels op de tegels om mij heen. Zo nu en dan voelde ik een spatje op mijn hand, of zag ik een kringeltje in mijn koffie. Gelukkig stond ik lekker onder een afdakje en had ik verder weinig te maken met het waterfestijn. In die kleine vijf minuten die ik buiten stond, ervoer ik een ontzettende rust. Ik bewonderde mijn fascinatie voor de regen en voor de rust die mij trof. Het zien van de druppels uit de hemel. Het opspatten van hun vriendjes. Het water dat door de tegels heen sijpelt om zich een weg te banen naar wat groen. Het was als een waar slachtveld. Een slagveld zonder lawaai. Een slagveld zonder pijn. Maar desalniettemin, zeker een slagveld. Ik weet niet wat het is. Misschien is het besef dat je niet door de regen hoeft. Maar alleen moet aanschouwen hoe het de wereld treft. Regen is eigenlijk een prachtig iets, natuurlijk is die mening terwijl je door een hoosbui moet anders. Maar zodra je op plek van bestemming bent, ervaar je weer een totaal nieuw gevoel. Een gevoel van thuiskomen, warmte, liefde of hoe je het ook wilt noemen. Dat thuiskomen zou niet zo bijzonder zijn geweest zonder die bui. Zonder de hemelse druppels. Daarnaast is het ook nog eens heel fijn als je dan knus binnen zit. Gooi dan eens een keer je raam open en ruik! Ruik hoe de wereld veranderd is. Hoe de regen onze stank verdrijft en de ruimte geeft aan heerlijke frisse lucht.

Als je dus…

…gewoon maar iets typt. Dan weet je niet waar je uitkomt. Maar stiekem, terwijl je typt, maak je de zin al in je hoofd. Dus eigenlijk is wat je schrijft sowieso totaal niet origineel. Je hebt het namelijk allang bedacht. Dus je kan net zo goed ophouden met schrijven. Dus als je echt een creatieve en unieke tekst wilt, schrijf dan niets. Alleen leegte voor de lezer.

Stilte

Gistermorgen was er een van de betere zonsopgangen van dit jaar. (of naja, uurtje of 9) Prachtige schapenwolken met een mooi zonnetje erbij. Als een soort sprookje. Dat zijn echt van die vage momenten waarop je echt ontzettend relaxed bent. Bijna een moment uit een reclame. Waarbij altijd alles volkomen perfect is. Bijvoorbeeld zo’n strand zonder een enkel glasscherfje, met een tequila in de hand, te kleine bikini en een veel te perfect lichaam in de zon. Of die oude vissersman op de kade. Die terug kijkt op zijn leven en rustig in een bootje zit te vissen. Tevreden is met zijn goed geregelde pensioen.

Wat mij beangstigt is of dit nog wel echt is. Zijn dit soort momenten echte momenten van geluk, of zijn we al zo gehersenspoeld door de media dat dit onze geluksmomenten zijn. Is de euforie bij de aanschaf van een nieuw product wel terecht of is dit allemaal onzin? Of is het onzin dat je in dingen die niet van de natuur zijn, geen geluk kunt vinden? Waarom gaan mensen het bos in om hun eigen ik te vinden? Zijn de eigen IK’s in het bos niet iemand anders dan de IK die van 9 tot 5 werkt. En is die 9-tot-5-IK niet juist de echte en enige IK? Moeten we eigenlijk wel zoveel nadenken over wat we zijn? Moeten we niet gewoon als makke schapen gelukkig zijn? En ons collectief idee van geluk gewoon accepteren. De veranderingen rustig laten komen en niet zoveel denken?

Nee! We moeten op zoek naar onszelf. En of je dat nou doet door een boom te knuffelen, of door op pagina nogwat van dat dikke godsboek te kijken, dat moet je zelf weten. Als je mij er maar niet mee lastig valt. Ik zoek het zelf wel uit.

Terrasje

Een zonnige dag. Een prachtige dag. Een perfecte dag voor korte rokjes, fluitende vogels en een terrasje. Niet dat ik nu in een kort rokje ga paraderen, maar goed, je snapt het. Zo’n zin zet een sfeer. Zet mensen aan het denken. Vrouwelijke lezers zullen zich het stereotype man tevoorschijn toveren, de man die naar korte rokjes kijkt. Ze zullen proberen zich te bedenken hoe een man dat ervaart en een slechte voorstelling maken van het “simpele” brein van een man. Mannelijke lezers zullen direct aan de kunst van een perfect achterwerk denken, en terecht. De voorstelling die een vrouw heeft van het mannelijke bestuderingsinstinct van een achterwerk is in de meeste gevallen geheel onjuist. Het bekijken en wél of niet bewonderen van een kont vereist heel wat kennis en ervaring. Wat is de kleur? De vorm? De verhouding in vergelijking met de rest van het lichaam? En vele andere factoren spelen een belangrijke rol. En dan ben ik nog niet eens een zogenaamde kontenman.

Swabberen in de wind.

Een van de elementen van Jastas is gewoon doorschrijven. Niet echt nadenken wat je gaat zeggen, maar gewoon schrijven. Schrijven zoals goede zangers hun nummer zingen. Opbouwend, krachtig en emotioneel. Dat je aan het einde denkt, wauw dat strand en die ondergaande zon. Dat is ware liefde. Zoiets, maar dan gewoon snel. Vlug, even tussendoor. Een uurtje over in de trein, een Jastas momentje. Een soort momentopname. Een krachttekst, een powerboost. Weinig logica, maar dan toch weer wel. Op geniale dingen komen terwijl je een heel verhaal aan het tikken bent. Dat je denkt, geez, dit is gewoon niet normaal meer.

Nou is Jastas natuurlijk niet helemaal onschuldig. Weinig mensen lezen dit (niet dat het ons wat boeit, we doen het voor onszelf). En er zijn nog maar weinig mensen die hun leven om hebben gegooid na het lezen van enkele alinea’s van het Jastas aanbod. Jastas is vooral iets voor Jas en Tas. Om even wat schrijven bij te spijkeren. En natuurlijk zo nu en dan feedback te krijgen van toevallige lezers. Best nuttig.

Jastas kan wel een hele impact op mensen hebben. Vroeger, toen Tas en ik elkaars hyves nog volkladde met geweldige teksten, keken veel mensen vreemd naar hun beeldscherm. Merkwaardig, aangezien de teksten de meest geniale vondsten waren. Maar nu lijkt voor de buitenwereld Jastas wel weg. En dat terwijl we juist meer echt zijn dan ooit. We hebben onze eigen punt NL!

Maar we gaan geen gadgets op onze sociale dingentjes zetten. Jastas is gewoon iets waar je op kan struikelen. Iets waar je kan belanden, maar niet persee hoeft te blijven. Jastas is een soort wolk. En voor degene die er een konijntje in zien, geweldig! Maar de meeste mensen zullen schelden op de hondendrol waar ze zojuist in getrapt hebben, omdat ze omhoog aan het kijken waren. Ja, het leven is hard.

Schrijven is gewoon iets grappigs, ik zeg niet dat we geniaal zijn. We hebben gewoon af en toe zin om (on)zin te roepen. Roepen in een grote vlakte, waar geen ziel je hoort.

Laatst toen ik de stad liep gebeurde er wel  wat grappigs, er liep een groepje studenten voorbij. Toen hoorde ik er één fluisteren: “hé! Dat is Jas, van Jastas.”