Beetje

Jaja, we leven nog! Dat laatste steeds kleiner wordende clubje vrienden, dat eilandje net buiten de grote eilandenkring, dat dorpje met nog net 3 inwoners.

Het heeft iets, dat gevoel van dat er ergens nog leven zit. Niet veel, maar het is er wel. De hoop. De hoop dat de hoop stand houdt onder dat kleine beetje dinges dat overblijft. Het valt tevens ook in de categorie van medelijden krijgen met de sok die in zijn eentje in het midden van de kamer ligt. Naakt, ontbloot, zielig en alleen. We identificeren ons dan met die sok, we voelen hoe nietig en eenzaam we soms wel niet zijn en willen hulp bieden; je kan er gewoon niet van slapen.

Er zit nog liefde in ons, liefde voor het kind dat binnenin zijn laatste restjes fantasie stevig bij elkaar probeert te houden.