Doneren voor gevorderden

Zeg nou eens eerlijk.. Als ik hier schrijf dat er mensen verhongeren in Afrika, krijg je dan een gevoel van medelijden of raak je voornamelijk geïrriteerd door mijn cliché intro? Afrika doet je vrijwel niets. Toch..?

Gezien de cijfers bestaat er toch een grote kans dat je wel gedoneerd hebt. Nee, dit wordt geen standaard tekstje over het hypocriete gedrag van de steunende mens die uit schijnheilige compassie en groepsdrang een deel van zijn salaris afstaat aan Giro 555.. Nee, dit stukje tekst gaat verder. Je schuldgevoel een zoethoudertje geven doen we natuurlijk maar al te graag, maar is dat alles? Ik wil eerlijk weten wat ons verder nog drijft om die mensen te helpen. Welke systemen in onze hersenen spelen mee, ligt het echt zo banaal?

Over het algemeen voel je pas oprechte emoties wanneer je net een zielig verhaaltje hebt gelezen over een hongerige familie in de krant. Op dat moment zijn je gevoelens net echt. Naast onze schaapachtige drang om met de kudde mee te lopen kunnen wij dus wel degelijk meeleven met minder gelukkigen. Helaas zijn dit zijn slechts tijdelijke gevoelens en ogen ze daarom nogal plat. Een donatie overmaken omdat je toevallig net een mager jongetje op SBS6 voorbij hebt zien komen lijkt meer op een ordinaire impulsaankoop dan op een weloverwogen keuze van een zichzelf respecterend mens. Gelukkig speelt er misschien nog iets mee..

Ons gevoel voor rechtvaardigheid is een sterke en langdurige prikkel. Dit ‘gevoel’ behoort meer tot ons rationele denken en bestaat niet uit kortdurende oprispingen van medelijden, angst of verdriet. Het is veel concreter en vereist meer een vorm van analytisch nadenken. Aan beide kanten van een weegschaal horen evenveel gewichtjes, anders hangt het systeem scheef. Twee verschillende gewichten zijn complexer om mee te werken dan twee gelijke, zegt ons brein. Over het algemeen heeft onze ratio dus een objectieve en meetbare reden. Wel kunnen negatieve emoties als haat en jaloezie meespelen, maar dat zijn slechts oppervlaktemiddelen om de gelijkheid na te streven. Het rechtvaardigheidsgevoel ligt dieper.

Het tegengaan van ongelijkheid zit diep in ons geworteld; wij willen dingen overal rechtzetten. Voornamelijk om onszelf niet te min te doen en in het dagelijks leven evenveel te verdienen als die luie collega. In het beste geval verdient hij minder, want jij werkt harder en dat is niet eerlijk. Het werkt echter ook vaak in het voordeel naar anderen toe: Neem vandaag maar eens zo’n lekkere moorkop mee voor je zieke moeder, daar is ze altijd zo dol op. Uiteraard is dit uit voorzorg, zodat wanneer zij het beter hebben ze ook weer hetzelfde voor jou zullen doen. Het is waarschijnlijk iets dat de mens door de jaren heen heeft ontwikkeld. Met een gelijke verdeling ben je zekerder van een vruchtbare toekomst.

Onze ratio zorgt er in dit geval voor dat wij mensen in derdewereldlanden willen steunen. Rechtvaardigheidsgevoelens gaan complexiteit en onzekerheid tegen. Daarbij werkt het rationele denken een stuk standvastiger en betrouwbaarder dan ons gevoelsleven. Dit laatste is namelijk zo wisselvallig als het liefdesleven van een gemiddelde prostituee. Naast de welgeteld 3-minuten-blijven-hangende dramatische emoties tijdens de zoveelste documentaire op de BBC, is er dus ook een meewerkende hersenfunctie die oprecht op lange termijn-verdeeldheid uit is. Ratio, maak er s.v.p. goed gebruik van. Ik denk dat ik hierbij zo vrij mag zijn om de mens te feliciteren met tenminste één massale groepsactie die minder oppervlakkig is dan hij lijkt. Het kan blijkbaar nog. Godzijdank.